Fiscale tips en belastingadvies

Eindejaarstips 2024 voor de ondernemer met een bv

2024 brengt enkele wijzigingen en kansen met zich mee op fiscaal gebied. We zetten de belangrijkste aandachtspunten en tips voor u op een rij, zodat u optimaal kunt profiteren en verrassingen kunt voorkomen.


1. Tweeschijventarief in box 2 vanaf 2024

Vanaf 2024 betaalt u in box 2:

  • 24,5% belasting over de eerste € 67.000.
  • 33% belasting over het meerdere.

In 2025 daalt het hoge tarief naar 31%, en wordt de grens verhoogd naar € 67.804. Let op: vanaf 2025 kan een dividenduitkering ook invloed hebben op de hoogte van de algemene heffingskorting.

Tip: Overweeg om dividenduitkeringen slim te plannen. Het kan fiscaal voordelig zijn om deze te vervroegen of juist uit te stellen. Overleg met uw RB voor advies op maat.


2. Wet excessief lenen bij de eigen bv

Heeft u op 31 december 2024 meer dan € 500.000 geleend bij uw eigen bv (samen met uw partner of verbonden personen)? Dan wordt het meerdere als fictief inkomen in box 2 belast. Schulden die verband houden met een eigen woning vallen hier meestal buiten.

Tip: Zorg ervoor dat u inzicht heeft in uw leningen en de impact hiervan bespreekt met uw RB.


3. Benut de algemene heffingskorting van uw partner

Heeft uw partner in 2024 geen eigen inkomen? Laat uw bv dan een dividend van € 13.723 uitkeren aan uw partner. Dit dividend wordt in box 2 belast tegen 24,5% belasting (€ 3.362), maar dit bedrag kan volledig worden verrekend met de algemene heffingskorting van € 3.362.

Resultaat: De dividenduitkering is effectief belastingvrij.


4. Profiteer van het lage VPB-tarief

Houd de winst van uw bv onder € 200.000 om te profiteren van het lage vennootschapsbelastingtarief van 19%.

Tips om uw winst te verlagen:

  • Haal kosten naar voren.
  • Stel opbrengsten uit.
  • Maak gebruik van regelingen zoals de herinvesteringsreserve of vervroegd afschrijven.

Overleg met uw RB om te bekijken wat in uw situatie mogelijk is.


5. Zorg voor zakelijke leningsovereenkomsten

De Belastingdienst controleert scherp op onzakelijke leningen. Leningen zonder duidelijke afspraken over aflossing, rente of zekerheden kunnen als onzakelijk worden aangemerkt. Verliezen op zulke leningen zijn niet aftrekbaar.

Tip: Stel altijd een duidelijke leningsovereenkomst op, ook als de lening wordt verstrekt tussen u en uw bv.


6. Leg alle afspraken met uw bv schriftelijk vast

Als dga bent u juridisch een aparte entiteit van uw bv. Zorg ervoor dat alle overeenkomsten, zoals arbeidsovereenkomsten en leningsovereenkomsten, schriftelijk zijn vastgelegd. Dit voorkomt problemen bij controles.


7. Laatste kans: giftenaftrek in de vpb

Vanaf 2025 verdwijnt de mogelijkheid om giften aan een ANBI in de vennootschapsbelasting af te trekken.

Tip: Overweegt u een gift vanuit uw bv? Doe dit dan nog vóór 1 januari 2025.


Heeft u vragen over deze wijzigingen of tips? Neem contact met ons op. Samen zorgen we ervoor dat u optimaal voorbereid bent op 2024 én 2025.

 
Eindejaarstips 2024 voor iedere ondernemer

Het jaar loopt op zijn eind, en dat betekent dat het tijd is om vooruit te kijken én actie te ondernemen. Met deze eindejaarstips helpen we u het maximale uit uw fiscale mogelijkheden te halen.


1. Benut de vrije ruimte in de WKR

De Werkkostenregeling (WKR) biedt u de mogelijkheid om uw werknemers belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen te geven. Heeft u nog ongebruikte vrije ruimte over in 2024? Zorg dat u deze optimaal benut, want wat u niet gebruikt, kunt u niet meenemen naar volgend jaar.

Handige feiten over de WKR:

  • In 2024 is de vrije ruimte 1,92% over de eerste € 400.000 van de loonsom en 1,18% daarboven.
  • In 2025 stijgt het percentage voor de eerste € 400.000 naar 2,00%.

Tips:

  • Overweeg om vergoedingen van 2025 naar voren te halen als u in 2024 vrije ruimte over heeft.
  • Maak gebruik van de concernregeling om vrije ruimte binnen uw concern te verdelen.

Let op: zorg dat vergoedingen en verstrekkingen schriftelijk en vooraf zijn vastgelegd om discussies met de Belastingdienst te voorkomen.


2. Profiteer van de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)

Heeft u plannen om te investeren in uw onderneming? Door dit slim te timen, kunt u optimaal profiteren van de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).

Belangrijke aandachtspunten:

  • Voor de KIA moet u minimaal € 2.800 investeren.
  • Investeringen boven € 387.580 (2024) komen niet in aanmerking.
  • Kleine investeringen (onder € 450) tellen niet mee.

3. Koop een bestelauto vóór 2025

Vanaf 2025 verdwijnt de ondernemersvrijstelling voor bpm bij bestelauto’s. Dit betekent dat de bpm wordt gebaseerd op de CO₂-uitstoot, en de afschrijvingstermijn verlengt naar 25 jaar.

Tip: Wilt u nog profiteren van de huidige vrijstelling? Koop dan vóór 31 december 2024 een nieuwe bestelauto.


4. Investeer in duurzaamheid met de ISDE

Wilt u investeren in duurzame oplossingen zoals een warmtepomp, zonneboiler of kleinschalige windturbine? Haal deze investeringen naar voren en profiteer van de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE).


5. Controleer uw zzp-relaties nu al

Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer handhaven op schijnzelfstandigheid, nu het handhavingsmoratorium stopt. Dit betekent dat zzp-relaties kritisch beoordeeld worden en bij twijfel naheffingen of correcties kunnen volgen. 

Tip: Controleer nu al of uw zzp’ers voldoen aan de eisen van echte zelfstandigheid. Zo voorkomt u vervelende verrassingen in 2025. Lees ons eerdere nieuwsbericht hierover.


Heeft u vragen over deze tips of wilt u advies op maat? Neem contact met ons op! Samen zorgen we ervoor dat u klaar bent voor het nieuwe jaar.

Bron: RB

Komen ZZP'ers vanaf 1 januari in de penarie?

 

Werkt u als ZZP’er of huurt u ZZP’ers in? Dan is het belangrijk om dit goed te regelen. Vanaf 1 januari 2025 stopt de Belastingdienst met het zogenaamde handhavingsmoratorium. Dit betekent dat ze weer gaan controleren of ZZP’ers echt zelfstandig zijn of dat er sprake is van een loondienstverband. Als blijkt dat iemand eigenlijk werknemer is (schijnzelfstandigheid), kan de Belastingdienst dit corrigeren. Dit kan leiden tot naheffingen, verplichtingen en later zelfs boetes.

Wanneer is iemand een echte ZZP’er

Niet elke situatie is hetzelfde, maar het is belangrijk dat een ZZP’er zoveel mogelijk voldoet aan deze punten:

  • De ZZP’er bepaalt zelf hoe en wanneer hij/zij werkt. Dit wordt niet door de opdrachtgever bepaald.
  • Het gaat om een opdracht voor een korte periode of om een beperkt aantal uren per week.
  • De ZZP’er doet geen werk dat normale werknemers in de organisatie ook doen.
  • De ZZP’er heeft specifieke kennis of ervaring die de organisatie zelf niet in huis heeft.
  • De ZZP’er kan het werk laten doen door iemand anders. Dit gebeurt ook in de praktijk.
  • De ZZP’er wordt betaald per opdracht of per gewerkt uur. Bij ziekte krijgt de ZZP’er geen betaling.
  • Het tarief van de ZZP’er ligt hoger dan het salaris dat normaal in de sector wordt betaald.
  • De ZZP’er investeert zelf in materialen of apparaten voor het werk en draagt ondernemersrisico.
  • De ZZP’er heeft bijvoorbeeld een eigen website, werkt voor meerdere opdrachtgevers of zoekt actief naar nieuwe klussen.
  • Er is afgesproken dat de ZZP’er een resultaat levert, niet alleen dat hij/zij het werk uitvoert.
  • De ZZP’er stelt de opdracht vast en heeft veel onderhandelingsvrijheid.

 

Wat zijn de risico’s voor opdrachtgevers?

Als de Belastingdienst oordeelt dat een ZZP’er eigenlijk werknemer is, kan dit gevolgen hebben:

  1. De opdrachtgever wordt gezien als werkgever.
  2. De opdrachtgever moet alsnog sociale premies betalen (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025).
  3. Er kunnen Cao-afspraken van toepassing worden die de opdrachtgever moet naleven.
  4. De werknemer (ZZP’er) moet belastingvoordelen terugbetalen.

Kortom, voor zowel de ZZP’er als de opdrachtgever kan schijnzelfstandigheid veel financiële gevolgen hebben.

 

Niet zeker of iemand ZZP’er is?

Het is niet altijd duidelijk of iemand een echte ZZP’er is of toch werknemer. Om u een idee te geven wanneer sprake is van loondienst vindt u hier enkele voorbeelden.

De ZZP'er hoeft niet aan alle eerdergenoemde punten te voldoen. Maar hoe meer punten worden nageleefd, hoe kleiner de kans dat de belastingdienst oordeelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. En dat er vanaf 1 januari gecontroleerd gaat worden is aangekondigd. 

Heeft u vragen hierover, of wilt u dat wij een situatie of relatie beoordelen? Neem dan gerust contact met ons op!

Iemand uit je omgeving overlijdt; wat moet je regelen bij de Belastingdienst?

 

Wanneer er iemand in je omgeving overlijdt, moet er een hoop geregeld worden. Het is logisch dat het regelen van belastingzaken dan niet één van de eerste dingen is waaraan je denkt. Dat begrijpt de Belastingdienst goed. Om je te helpen biedt de Belastingdienst informatie op maat voor iedereen die een naaste verliest en geeft hieronder antwoord op zes veelgestelde vragen.

1. Moet ik een overlijden doorgeven aan de Belastingdienst?
Nee, de Belastingdienst wordt hier door je gemeente van op de hoogte gebracht. Een overlijden hoef je dus niet zelf door te geven.

2. Hoe geef ik een contactpersoon door aan de Belastingdienst?
Kort na het overlijden stuurt de Belastingdienst een brief naar het adres van de overledene. Daarin vraagt de Belastingdienst je om een contactpersoon door te geven. Zo kan de Belastingdienst post sturen naar de juiste persoon. Het is belangrijk om dit snel te doen. Ook als je op hetzelfde adres blijft wonen als de overledene, bijvoorbeeld omdat je samenwoonde.

3. Wat is de nabestaandenmachtiging?
Met de nabestaandenmachtiging kun je belastingzaken en toeslagen van een overledene online regelen. De machtiging is digitaal en wordt aan je DigiD gekoppeld. Je kunt een nabestaandenmachtiging aanvragen via het online formulier ‘Aanvraag nabestaandenmachtiging’.

4. De overledene kreeg ook toeslagen. Wat moet ik daarmee doen?
Wanneer alle gegevens bekend zijn, krijgen erfgenamen een definitieve berekening van de toeslagen.

  • Heeft de overledene te weinig gekregen? Dan betaalt de dienst Toeslagen het verschil alsnog aan de erfgenamen uit.
  • Heeft de overledene te veel gekregen? Dan moeten de erfgenamen dit bedrag terugbetalen.
  • Als je partner overlijdt, zet de dienst Toeslagen de toeslagen die op naam van de overledene stonden, over op naam van de achterblijvende partner. En staan de toeslagen al op naam van achterblijvende partner? Dan kan het toeslagbedrag veranderen.

Het inkomen van een achterblijvende partner verandert soms door een overlijden, bijvoorbeeld door een nabestaandenpensioen of doordat de hoogte van de AOW verandert. Check daarom zo snel mogelijk op toeslagen.nl of de gegevens van de achterblijvende partner kloppen. En had achterblijvende partner samen met de overledene nog geen toeslagen? Misschien heeft de achterblijvende partner daar nu wel recht op. Maak een proefberekening op toeslagen.nl.

5. Moet ik aangifte inkomstenbelasting doen voor de overledene?
Je krijgt automatisch bericht als je aangifte inkomstenbelasting voor de overledene moet doen. In veel gevallen doe je aangifte over het jaar van overlijden. En als dat nog niet gedaan is, moet je soms ook aangifte doen over het voorgaande jaar.

Een voorbeeld: als de overledene in februari 2023 overleed, dan doe je aangifte over het jaar 2022 én over de maanden januari tot en met februari 2023. 

De uitnodiging om aangifte inkomstenbelasting te doen over het vorige jaar komt altijd in februari. De uitnodiging voor het doen van de aangifte over het jaar van overlijden komt binnen 5 maanden na het overlijden. Als je na 5 maanden niets hebt ontvangen, kun je contact opnemen met de Belastingdienst voor een aangifte.

6. Wat is het verschil tussen erfbelasting en inkomstenbelasting?
Inkomstenbelasting betaal je namens (en met het vermogen van) de overledene over het salaris, pensioen of ander inkomen en vermogen van de overledene tot het moment van overlijden. Daarnaast kan het zijn dat jezelf erfbelasting moet betalen. Bijvoorbeeld als je een geldbedrag of een waardevol kunstwerk erft. De belasting die je moet betalen hangt af van de waarde van de verkrijging (erfenis) en je relatie tot de overledene. Binnen vier maanden na overlijden stuurt de Belastingdienst een brief. In de brief staat wanneer je aangifte erfbelasting moet doen. Wij kunnen een aangifte erfbelasting voor je verzorgen. 

Bron: RB

Zonnepanelen op uw bedrijfspand

 

Zonnepanelen op uw bedrijfspand? Voor kleinverbruikers met een aansluiting van maximaal 3 x 80A is er dit jaar de Energie-investeringsaftrek (EIA). Wanneer u een grootverbruiker bent met een aansluiting groter dan 3 x 80A, kunt u gebruikmaken van de SDE++. Het is raadzaam om vooraf na te kijken of u aan de voorwaarden voor subsidie voldoet. 

EIA

Heeft u een overeenkomst voor zonnepanelen afgesloten, dan moet u dit binnen drie maanden bij RVO.nl melden om in aanmerking te komen voor de EIA. De zonnepanelen moeten op het bedrijfspand komen te liggen, moeten minimaal 15 kWp piekvermogen hebben en u moet een kleinverbruikaansluiting hebben (maximaal 3 x 80A). Ook zogenoemde voortbrengingskosten (inzet eigen personeel, eigen materialen en werkzaamheden door derden) komen in aanmerking, maar daar geldt wel een andere aanmeldingstermijn voor.

SDE++

De SDE++ is een exploitatiesubsidie. Het vergoedt het verschil tussen de kostprijs en de opbrengst (onrendabele top) voor een periode van 12 of 15 jaar. Het piekvermogen moet minimaal 15 kWp zijn en u moet een grootverbruikaansluiting hebben (> 3 x 80A).

Bron: Tips & Advies

Let op de fiscale gevolgen van een personeelsfeest

 

Veel bedrijven hebben te maken met personeelstekorten. Het vasthouden van het huidige personeel is dus van groot belang. Een kerst- of nieuwjaarsborrel kan de band met uw onderneming versterken. Wat moet u hiervan fiscaal weten?

Tot de invoering van de werkkostenregeling kon u als werkgever tot een maximum van € 454 per jaar uw werknemer laten feesten. Een dergelijke verstrekking werd dan niet als loon aangemerkt. Onder de werkkostenregeling is deze regeling echter vervallen en kan een personeelsfeest veel sneller tot belastingheffing leiden. 

De kosten van een personeelsfeest zijn namelijk in beginsel belast loon. Deze heffing kan bij uw werknemer worden voorkomen door de kosten als eindheffingsbestanddeel op te nemen in de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend over uw totale loonkosten van een boekjaar. De volgende percentages gelden voor 2023 en 2024:

  Loonkosten tot en met € 400.000 Loonkosten boven de € 400.000
2023 3,00% 1,18%
2024 1,92% 1,18%

Zijn uw totale loonkosten voor het huidige jaar € 150.000. Dan is de vrije ruimte dus € 4.500. Wanneer uw kosten die u als eindheffingsbestanddeel wilt laten aanmerken groter zijn dan de vrije ruimte, dan wordt u als werkgever geconfronteerd met een belastingheffing van 80% over dit meerdere.

Op de werkplek

Gelukkig is daar wel iets op te verzinnen. Allereerst leidt een personeelsfeest dat plaatsvindt op de werkplek, niet tot een forse belastingheffing. De kosten van het feest worden namelijk op nihil gewaardeerd. U mag dan een kiezen voor een bedrijfslocatie waarvoor u arbo-verantwoordelijk bent. Dit hoeft niet per se op kantoor, maar kan ook in een loods of bijgebouw plaatsvinden of in de tuin bij uw kantoor. 

De fiscale nihilwaardering geldt niet voor de maaltijden en drankjes die u tijdens het feest laat serveren. Hiervoor geldt een normbedrag van € 3,35 per persoon. 

Op een andere locatie

Vindt u het feestelijker om op een andere locatie bijeen te komen, dan geldt er geen nihilwaardering. Alle daadwerkelijke kosten van het feest moeten dan in de vrije ruimte worden opgenomen (als eindheffingsbestanddeel) om belastingheffing te voorkomen. Dit geldt ook voor de kosten van maaltijden en drankjes. 

Als u toch buiten de werkplek een feest wilt houden, is het raadzaam om goed te kijken naar de inhoud van het feest. Wellicht vinden er ook teambuildings- of trainingsactiviteiten plaats. Deze zaken kunnen onbelast worden verstrekt. De kosten kunnen dan worden gesplitst in een feestelijk en een educatief deel. 

Stel, u organiseert voor alle 15 werknemers en hun partners een kerstfeest. De maaltijden en drankjes kosten u € 500. Daarnaast komt er een lokaal bekende artiest optreden voor € 500. Als u dit feest op de werkplek organiseert, hoeft u fiscaal alleen rekening te houden met het normbedrag voor de maaltijden. In de vrije ruimte neemt u dan een bedrag op van € 3,35 x 30 = € 100,50. Wordt het feest op een andere locatie georganiseerd, dan moeten de werkelijke kosten, ad € 1.000 in de vrije ruimte worden opgenomen. Beschikt uw onderneming over onvoldoende vrije ruimte, dan bent u hierover 80% eindheffing verschuldigd.

Hoe zit het met de btw?

Let op de verrekenbaarheid van de btw bij een personeelsfeest. De btw op de kosten mag in beginsel niet verrekend worden, tenzij er aan een personeelslid op jaarbasis voor niet meer dan € 227 wordt verstrekt. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met andere verstrekkingen, zoals een kerstpakket of andere geschenken. 

Neem gerust contact met ons op indien u vragen heeft betreffende bovenstaande.

Bron: Tips & Advies - Belastingen


Bekijk hier ons nieuwsarchief